woensdag 25 februari 2015
Nieuwe bedrading
Als je meer dan twee jaar in een tehuis of instelling bent opgenomen, dan is de kans groot dat je voor de rest van je leven geïnstitutionaliseerd blijft. Verpleegsters en verzorgers nemen de besturing van jouw Zelf over. Jij laat de dingen niet meer gebeuren. Ze overkomen je. Je persoonlijkheid wordt in een klein kamertje gepropt. De schilderijen die je mee torst, boeken, cd's, foto's van een voorbije tijd en andere relikwieën van jouw bestaan. De ruimte is ingesteld op verzorging, niet op eigen gebruik. Bak je een ei, dan slaat de rookmelder alarm. Binnen de kortste keren staan er twee brandweermannen in de kamer. Het kleine kooktoestel dat je tot de misdaad aanzette, wordt afgepakt. Je vraagt je kinderen foe yong hai voor je te kopen. Daar zit ook ei in en het is makkelijk op te bergen in de koelkast en op te warmen in de magnetron. Aandrang om de kamer te verlaten heb je niet.
De mensen buiten ken je niet en wil je ook niet kennen. Ze zijn oud, dementerend, hulp behoevend, zeurderig, saai en vol slaap. Mensen die zich vervelen, voor wie het allemaal niet meer zo hoeft, schuifelende voeten achter slome rollators. Vervallen karkassen, die energie vragen en niets meer te geven hebben. De lange, witte gang die toegang geeft tot de persoonlijke verblijven, is volkomen steriel. Het personeel heeft er alles aan gedaan om niets persoonlijks mee te geven aan de gemeenschappelijke ruimtes. Geen kunst aan de muur, geen kindertekeningen, geen kleur, geen lawaai en dus ook geen kinderen, lawaaischoppers en kleurrijke figuren.
Toen mijn moeder nog leefde, nam mijn vader het voor lief. Zij was dementerend, uitgeleefd, maar nog altijd aanwezig. Sinds oktober 2014 is hij alleen, in de kamer waar haar doodsbed stond. Het bed is weggehaald, maar de kamer zit vol herinneringen en zijn hoofd vol gedachten, die hij niet meer zo goed kan combineren tot een coherent geheel. Mijn vader zit voor de tv, rookt de ene sigaret na de andere, na 30 jaar niet gerookt te hebben. Hij hoopt op de hemel, op het wederzien met mijn moeder in een andere dimensie. Hij wil dood zijn en het leven zal niet zo lang meer duren in deze troosteloze put van niet gerealiseerde verlangens, zonder hoop, zonder doel, zonder vrienden. Waarom zou je vrienden maken in een omgeving waarin zij eerder sterven, dan de tijd die de vriendschap krijgt om te gedijen.
Haal je mijn vader echter uit de troosteloze omlijsting, dan leeft hij op, dan vertelt hij in 1000 kleuren 1000 anekdotes, zonder te klagen. Het was een harde werker, die geen boeken las en geen spelletjes deed, maar die wel heel authentiek was en nog is als de tekenen gunstig zijn. Hij is bijna 90 en nog altijd fysiek sterk. Ik ben 60 en fysiek zwak. Ik probeer de symptomen van de ziekte van Parkinson onder controle te krijgen. Hij heeft met mij te doen, maar ik zou niet met hem willen ruilen.
Binnenkort ga ik het ziekenhuis in. Kijken of ik in aanmerking kom voor een stimulering van de dieper liggende hersenen, daar waar de motorische aansturing van mijn lichaam wordt geregisseerd. Via een gaatje van 1,4 cm doorsnee worden elektroden in de hersenen aangebracht. Vanaf dat moment ben ik een bionische man. Zonder bevende handen, zonder stijfheid, traagheid en loopproblemen. Dan dagen goede tijden, nieuwe kansen. Dan zal ik putten uit de rijke bronnen van inzicht, intuïtie en inspiratie die het leven te bieden heeft. Ik zal afstemmen op de hogere frequenties van een expanderend Zelf. Ik zal mij weer meer verplaatsen in anderen. Ik zal weer kunnen dansen, achteruit inparkeren, snel schrijven en vele dingen meer, zonder de enorme fixatie op de ziekte van Parkinson, die zo benauwend werkt dat de mensen in mijn omgeving afhaken. Het elektrische brein opent 1000 gebarricadeerde deuren.
Een van de meest opzienbarende observaties met betrekking tot het menselijke brein is dat de normale functies gedicteerd worden door ritmische, elektrische trillingen die doorwerken in het hele netwerk van met elkaar verbonden zenuwcellen. Een stimulering van de hersenen op een bepaald punt werkt eveneens door. Hoe het precies werkt weet niemand, maar de mogelijkheden zijn schier onbeperkt. Onderzoekers denken ook andere hersenziekten, zoals de ziekte van Alzheimer, dementie en zelfs depressies met elektriciteit te kunnen bestrijden. Voor mijn vader is dat niet meer weggelegd. Simpelweg omdat elke cel in het lichaam een beperkte levensduur heeft. Het lichaam valt op een gegeven moment gewoon uit elkaar. Entropie noemen natuurkundigen dat verschijnsel. Bij mijn moeder zag je het gebeuren. Bij mijn vader nog niet. Die heeft in principe nog enkele jaren te gaan, als we hem tenminste kunnen losweken van het instituut dat niet zozeer zijn lichaam, maar zijn geest bedreigt.
Blog, 25-02-2015