Vijf dagen na mijn ontslag uit het
ziekenhuis, zit ik met de naweeёn van een longembolie, hoe klein die ook was.
Dat houdt in dat ik het komende half jaar onder het regime van de
trombosedienst val. Morgenvroeg moet ik mij melden in hun laboratorium in het
Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch om de dikte van mijn bloed vast te
stellen. Het is voor mijn eigen bestwil, ik weet het, maar toch stuit die hele
medi-fixatie mij tegen de borst. Elke kwaal moet een naam hebben en zodoende
traceerbaar zijn. Behalve bloed voor de trombosedienst wordt er elke drie
maanden bloed afgetapt ten behoeve van een psa, die prostaatkanker traceert die vooralsnog
stabiel is, maar wel in de gaten gehouden wordt. Verder mag ik mij in de
continue aandacht verheugen van de hersenchirurg, de neuroloog, et ceterae, die
allemaal hun favoriete pillen en spuiten voorschrijven. Ik houd er naast een
financiele boekhouding en
agenda een medische pendant op na. De
algemene gesteldheid lijkt er niet toe te doen, als het mogelijk falen van bepaalde
lichaamsfuncties maar goed gemonitord wordt. Deze aflevering gaat niet over die
losse flodders, maar om het algemene beeld. Hoe is Franky uit de strijd
gekomen. Het antwoord laat niet lang op zich wachten. Enorm goed.
Om een aantal banale en fundamentele elementen van mijn metamorfose te noemen:
- Bij mij was de laatste tijd voor de operatie alles zo zwaar. Er was volgens de mensen in mijn naaste omgeving niks leuks aan. Dat malaisegevoel is compleet weg. Ik word zelfs als ´vrolijk´ omschreven.
- Ik was niet meer bestand
tegen emotionele spanningen. Het woord Parkinson hoefde maar te
vallen of mijn handen begonnen te beven als een rietje. Ook die spanning is voorbij. Ik ben in staat om werkelijk van het leven te genieten en van alles wat dat leven met zich mee brengt.
Voor het eerst sinds vele jaren kan ik weer spaghetti eten, zonder dat een rigide pols elke draaibeweging van de vork op voorhand onmogelijk maakt. - Iets banaals als mijn kont afvegen, gaat ineens veel makkelijker, vanuit de losse pols. Schrijven en typen idem dito. Evenals koffie en thee serveren (ontbijt op bed) zonder te knoeien. Ik kan zelf mijn jas aantrekken en heb geen helpende handen meer nodig met de andere kleding gerelateerde acties. Nat scheren zonder mezelf te verwonden behoort ook weer tot de mogelijkheden.
- Mijn handschrift is niet langer priegelig, maar is in zijn oude glorie hersteld.
- Stevige handen geef ik en ik eet stukken sneller dan ik deed.
- Een stevige straal bij het plassen doet vermoeden dat ook de sluitspieren vanuit de krochten van mijn brein gestimuleerd worden.
- Ik praat sneller, levendiger en krachtiger. En ik hoor ineens wat er door de telefoon tegen mij gezegd wordt. Tot de operatie leed het bibberen van mijn handen ertoe dat ik de telefoon niet goed aan het oor kon houden.
- Wel zit ik nog opgescheept met een aantal ingesleten parkinson gebreken, zoals een verkeerde loop en zit houding. Het lijkt wel of ik een groot deel van parkie in mijn eigen lijf heb geintegreerd. Zo heb ik nog steeds de neiging om mijn hoofd naar de telefoon te brengen in plaats van andersom. Met eten en lezen doet een soortgelijk manco zich voor. ‘Je loopt als een mijnwerker,’ constateerde mijn zwager. Voorover gebogen, in plaats van oprijzend, mezelf groot makend.
- Mijn levendige gelaatsuitdrukking is terug, net als de lachende ogen. Ik weet zeker dat ik daarmee scoor op de dansvloer. Met mijn elastische benen natuurlijk evenzeer.
- Als ik mij daarop concentreer, dan slaag ik er in om vork en lepel naar mijn mond te brengen. Door rechtop te zitten roep ik ook een halt toe aan de speekselvloed. Mijn zus zei verrast dat ik voor het eerst sinds zij zich kon herinneren ‘geen natte kus meer geef’.
- Mijn lenzen krijg ik ook weer makkelijk in, zonder ze steevast naast het doel te parachuteren.
- Mensen kijken niet meer tegen mijn kruin aan, maar kijken mij recht in de ogen. Zonder bibberen trok ik gisteren trefzeker een haar uit de slagroom van een chocoladebol. Dat was mij een maand geleden niet gelukt. Net zo min was het mij gelukt om mijn dochter een gil te ontlokken door haar te kittelen. ‘Nu kittelde hij echt. Ik schrok wel even,’ zei ze.
- ‘Frank Geluk is terug,’ kopte het Brabants Dagblad op 3 mei. En zo voelt het inderdaad aan.
De komende dagen leg ik mij toe op een
verbetering van mijn conditie door te wandelen, met lange stokken, die mij
dwingen rechtop te lopen. Het belang van lichaamsbeweging bij de bestrijding van
de symptomen van Parkinson is evident. Muziek is ook belangrijk. Die stimuleert
niet alleen mijn humeur, maar maakt ook het bewegen makkelijker. Mijn jongste
ontdekkingen zijn afkomstig uit het Middellandse Zee gebied: Biagio Antonacci,
El Vega en Lil Silvio.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten