|
With A Little Help from |
Het is nu vier maanden geleden dat ik geopereerd ben. Lichamelijk gaat het goed met mij. Ik heb zelfs al twee pogingen ondernomen om terug te keren op het voetbalveld. Vooralsnog zonder succes. Maar dat komt ook door een onverhoedse aanval van wondroos op mijn gestel. Net toen ik mij voorgenomen had om er de volgende keer vol in te gaan. Nu de koorts geweken is, loopt mijn lichaam vol met nieuwe energie. Ik heb mij voorgenomen om die niet meer te verspillen aan ergernissen over dingen die ik niet zelf in de hand heb. 'Geen deprimerende gedachten meer toelaten,' zegt Franky. 'Het komt er even goed nog steeds niet van,' treitert mijn alter-ego, Parkie. 'Nou en,' zeg ik dan. 'Dan komt het er maar niet van. Graag of niet!' Sindsdien, zo'n anderhalve week geleden, voel ik me ook geestelijk goed. Ik kan zelfs weer onbekommerd van het leven genieten. Dat lijkt triviaal, maar voor mij is dat al twintig jaar een bijzonder gevoel. Tot voor kort kleurde mijn brein nagenoeg elke ervaring namelijk negatief in. I see a red door and I want it painted black. Hoe waar.... Als mijn lief bijvoorbeeld weer eens twee of drie uur later dan ik naar bed kwam en een slapende Franky aantrof, of eerder naar bed ging dan ik en vredig lag te snurken wanneer ik mij vijf minuten later bij haar voegde. Deze op zich positieve ervaring (fijn toch als je na een mooie dag tevreden in slaap valt) werd echter ’s ochtends vroeg automatisch vertaald in een verwijt: ‘je had zeker weer geen zin om te vrijen?!’ Dat werd vervolgens een self fulfilling prophecy. Logisch, vanuit de optiek van de vrije vrouw, want 'welke vrije vrouw heeft er zin om met je te vrijen als ze eerst dichtgemetseld wordt met verwijten?' Je hield niet op met daar de nadruk op te leggen. Ik geef het op. Franky says: 'RELAX! Jij je vrijheid. Ik mijn Onbestemd Verlangen!' Vanuit het perspectief van de vrije man ziet de wereld er dierlijk plat uit. Het zaad hoopt zich op en zoekt een uitweg. STOM! Maar zo zitten jongens nu eenmaal in elkaar. Dat hoef ik niet uit te leggen. Ik wil het alleen wel genotuleerd hebben. GEEN VERWIJTEN MEER! Dezelfde verwijten uiten - keer op keer: 'Daar is hij weer! - ontaardt al gauw in dwangmatig denken en handelen van beide kanten. Uiteindelijk leidt deze repeteerbreuk tot een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS): steeds terugkerende gedachten die ons steeds verder afbrengen van waar het ooit allemaal om begonnen is: liefde. Als daar ook nog een gevoel van paranoia bijkomt, een geestelijke stoornis waarbij iemand zich dingen inbeeldt, zoals: 'ze heeft die seks wel met een ander', dan loopt het gauw uit de hand, temeer daar er makkelijk aanwijzingen voor te vinden zijn (een in Parkie's jaloerse ogen net iets te enthousiaste omhelzing, een warmbloedige houding, mooie kleren of zelfs de simpele, voor een andere man zijn oren bestemde vraag: ´wat wil jij drinken, schat?´) Wat dan ook weer in de vorm van verwijten wordt gegoten. Waardoor Franky het weer kan vergeten en Parkie een dansje maakt. Die stress, daar ben ik nu vanaf. Simpel: om-dat-IK-het-zeg. De handen van Parkie trillen. Het is in weerwil van de operatie nog steeds Dr. Jekyll versus Mr. Hyde. Parkie tegen Franky. Maar Franky is aan de winnende hand. Tot voor kort reageerde hij steevast getergd op elke poging tot gesprek, omdat hij moeite heeft om zichzelf in zo'n gesprek staande te houden. Uit onvermogen dus. Multi-tasking gaat Parkie slecht af. Geen Excuus, hoogstens een doekje voor het bloeden. 'Als deelnemer aan een gesprek word je geacht meerdere dingen tegelijk te doen,' schrijft psycholoog Ad Nouws - sympathieke man, aan de foto op diens website te zien - in zijn boek (p. 55). 'Bedenken wat je wilt gaan zeggen, luisteren naar de inbreng van de ander, vasthouden van wat jij wilt gaan zeggen, vasthouden van wat de ander heeft gezegd, in gedachten ingaan op de inbreng van de ander en dat proberen te koppelen aan wat je zelf wilt inbrengen, dat ook daadwerkelijk inbrengen, onderbroken worden door de ander, luisteren naar...' Het is een voortdurend starten en omschakelen, een situatie waarin iemand met parkinson al gauw de draad kwijtraakt.
Een soortgelijk gevoel van machteloosheid overkomt iemand met parkinson als zijn lief een dag (laat staan een week) uit de benauwenis weg vlucht, voor wat strandplezier met een vriendin. Je haalt je van alles in je kop en al helemaal wanneer zij haar telefoon afzet, als bescherming tegen jouw depressieve buien. Zij wil lachen. Jij ook, maar nu komt het daar zeker niet van, weet je uit ervaring. Je zakt steeds dieper weg in een negatief zelfbeeld, in het 'wel willen, maar simpelweg niet doen'. Franky walgt op zo'n moment intens diep van Parkie. En hij staat niet alleen. Andere mensen met parkinson lopen in dezelfde val, zo blijkt. ´Een patiĆ«nt die op het platteland was gaan wonen,' vertelt Nouws, 'zou een weekje alleen doorbrengen en dan weer afreizen naar zijn vrouw. Dat viel hem voor het eerst heel erg tegen. "De drive is er wel, evenals de intelligentie. Je weet wat je moet doen, maar de koppeling van al die dingen, die nodig is om te komen tot effectief handelen, ontbreekt. Daarvoor heb ik mijn vrouw nodig.
"In de bewuste week dat ze weg was, stond ik erbij en keek er naar. Allerlei voornemens - ik moet nu echt eens mijn spullen gaan pakken en nog voer voor de kippen halen - ik zag het wel, maar kwam er niet toe. Ik vergelijk het gevoel met dat van het vastdraaien van een moer met een sleutel die niet helemaal past''.'
De psycholoog voert het allemaal terug op de ziekte van Parkinson. 'Als mensen met parkinson uit zichzelf, van binnenuit, minder makkelijk, of helemaal niet, kunnen starten en als ze steeds moeilijker overschakelen van de ene beweging naar de andere, maar ook van de ene emotie naar de andere en van de ene gedachte naar de andere, moeten ze gebruik gaan maken van de omgeving. Door afspraken te maken met de mensen met wie ze leven.´[1]
Dat verdraagt zich niet met een container vol verwijten. Daarbij hoort een andere grondhouding, van respect en spontane empathie. Van zelfrespect ook. Als je mild bent voor jezelf, kun je dat ook zijn voor anderen. En er zijn redenen genoeg voor mildheid. 'Een depressie hoort bij het leven,' haalt Nouws een vrouw met parkinson aan. 'Dit neemt je karakter in beslag, net alsof er iets van je afgenomen wordt. Je voelt dat je verandert en dat wil je niet, maar dat gevoel komt niet overeen met je leven. "Je bent jezelf kwijt".'
Om uit de Cirkel van Herhaling weg te breken en jezelf terug te vinden, zijn bijzondere krachten en capaciteiten vereist, die iemand met parkinson niet komen aanwaaien. Ad Nouws rept van een mysterieuze ziekte. Mysterieus omdat een groot deel van de veranderingen zich 'vanbinnen' afspeelt. Mysterieus ook omdat een relatief kleine oorzaak, een tekort aan de neurotransmitter dopamine, zulke grote gevolgen heeft, niet alleen in fysiek-, maar vooral ook in psychologisch opzicht. Het is moeilijk om Parkie's psycho killers te weerstaan, laat staan ze te verslaan. Maar onmogelijk is het niet. Mensen met parkinson zijn volgens Nouws bij uitstek 'overlevers'.
De deep brain stimulation die ik op 24 april onderging heeft een heleboel fysieke ongemakken verlicht. Dat verschaft mij de ruimte om mij te concentreren op de geestelijke kant van de ziekte van Parkinson. Met name achter de zwart geschilderde deur is nog veel werk te verrichten, waarover meer, de volgende keer.
[1] Ad Nouws, Mijn denken stottert vaak meer dan mijn benen, Poiesz Uitgevers, 2e druk, april 2015, p. 29.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten