Door een
samenloop van verkeerde inschattingen, emoties, ongeduld en stommiteiten kwam
er een kleine klont bloed in mijn been los, werd met de stroom meegevoerd en
verstopte een fractie van een seconde luchttoevoer tot mijn longen. Embolie. ’Je
hebt ontiegelijk veel geluk gehad dat het maar zo kort duurde,’ zegt de neuroloog
, ‘anders hadden je hart en hersenen ook zonder zuurstof gezeten en dat had
alsnog een hart- of herseninfarct kunnen veroorzaken.’.
Dat was precies
mijn angst. Of het nu kwam door het te snel opstaan uit bed of van de wc, of
door het uittrekken van de strakke steunsokken? In elk geval begon ik heftig te
hyperventileren, met een doordringende pijn op de borst en zweet dat uit al m´n
poriёn gutste. Benauwd! Happend naar adem als een vis op het droge en hallucinerend
van een vriend met wie ik jaren geleden stond te tennissen bij 30 graden Celsius.
Gekkenwerk. Hij had toen het geluk dat we besloten niet op de ambulance te
wachten, maar zelf initiatief te nemen. En dus sjeesde ik op vrijdagmiddag
tijdens de spits over de vluaar adem, ik wild sturend. Ramen wijd
open. Haren wapperend in de wind. De rit had niet veel langechtstroken van de A2, door alle rode stoplichten heen. Een machtig gevoel. Hij happend nr mogen duren.
Eenzelfde paniek
overviel mij in Gent. Ik was net klaar met mij te ontlasten toen ik voelde dat
ik snel onderuit ging. ‘Ik val flauw,’ zei ik, waarop de begeleidende
verpleger Martin (spreek uit op zijn
Frans, zoals bij Remy Martin) mij met vier verpleegsters als een sprei over mijn
bed drapeerde. Geluksfactor 1, de juiste man in de rol van catcher. Ik moet er
niet aan denken dat ik met mijn hoofd tegen de muur of op de grond zou bonken.
Dat er vier – of in feit meer dan tien – witte engelen klaar stonden om hem te
helpen, geluksfactor 2. Dat de intensive care aan het einde van de gang was, geluksfactor
3. Dat de aldaar gemaakte echoscoop uitwees dat mijn hart normaal functioneert,
geluksfactor 4. Verpleger Sam, die mij razendsnel door de gangen van het ziekenhuis
loodste om een scan van mijn hersenen te maken, geluksfactor 5. Het idee dat
het ook wel eens een longembolie kon zijn en dat dit – zoals bleek uit de foto
– inderdaad het geval, maar niet erg beek te zijn, factor 6. Dat het risico op
bloedingen in de hersenen gering was, omdat er de avond tevoren om 10 uur
bloedverdunner was toegediend en dat daar niets mis mee gegaan was, factor
nummer 7. De vele helpende handen aan mijn bed….
Ik mag mijn naam
veranderen in Frank Geluk
Inderdaad Frank, wat een geluk! Ik krijg het er benauwd van.
BeantwoordenVerwijderen